
Aarde
In het taoïsme staat aarde voor een periode van rust en stabiliteit waarin de ruimte ontstaat voor reflectie. Normaal gesproken vormt aarde een brug tussen de andere vier elementen, maar in mijn boek worden deze eigenschappen verbonden aan het begin van mijn leven. Daarnaast is het dezelfde draak die resoluut over de bergen vloog, die ook over mijn wieg waakte.

Metaal
Metaal past bij de periode van mijn leven waarin ik leerde hoe vergankelijk het menselijk bestaan is. Dit uit zich in het vervormen van het solide en van het verstrakken van wat ooit soepel leek. Op dit onzekere pad was het de Vlaamse gaai die mij richting gaf.

Water
Het troebele water van de Noordzee brengt ons bij een overgangsperiode in Oración. Water symboliseert zowel sereniteit als de zoektocht van de mens naar die kalmte in periodes van continue verandering. Dit past dan ook bij het moment waarop ik zelf onderweg was naar een nieuwe bestemming. De wijze ekster begeleidde me op dat avontuur.

Hout
Waar in het oude China hout voor het begin van de levenscyclus stond, kenmerkt het in het vierde deel van het boek een periode van wedergeboorte. Dat is namelijk ook de zaak waar de alwetende pauw in het boeddhisme om bekend staat.

Vuur
Het begin van het eind wordt ingeluid door hetzelfde vuur dat zowel kan vernietigen als daarmee ruimte maakt voor een nieuw tijdperk. Geen enkel wezen past daar beter bij dan de phoenix. Die mythische vogel is het eeuwige leven gegeven. Het leven dat mij ontbreekt.